Zorgkosten van een overledene. Wie heeft recht op aftrek?

Misschien heeft u er ook mee te maken gehad toen een naast familielid overleed. In de periode vlak voor het overlijden worden omvangrijke medische kosten gemaakt.

De rekeningen stromen echter pas na het overlijden binnen en worden dan door de erfgenamen betaald.De vraag is nu wie recht heeft op aftrek van deze zorgkosten voor de inkomstenbelasting: de overledene of de erfgenamen?

De overledene

Het meest logisch lijkt dat de zorgkosten in de laatste aangifte inkomstenbelasting van de overledene worden verantwoord. Het zijn immers kosten die bij de overledene zijn opgekomen. De wet geeft in dit geval geen uitsluitsel, maar roept alleen vragen op.
Artikel 6.40 van de Wet op de Inkomstenbelasting bepaalt dat aftrek pas mogelijk is als de kosten zijn betaald. Daar heeft de overledene dus geen gelegenheid (meer) voor.

Hebben de erfgenamen dan recht op aftrek, omdat zij de rekeningen betalen?


Dat lijkt niet zo te zijn aangezien artikel 6.16 IB stelt dat erfgenamen de kosten ook niet in aftrek mogen brengen, afgezien van een paar specifieke situaties. De conclusie zou dan moeten zijn dat niemand de kosten in aftrek kan brengen, maar dat lijkt in strijd met het systeem van aftrek van zorgkosten.

Deze kwestie is dan ook aan de rechter voorgelegd. Rechtbank en Gerechtshof beslisten dat de kosten in de laatste aangifte van de erflater (de overledene) moeten worden verantwoord, omdat de kosten bij hem of haar zijn opgekomen.

Vervolgens is de vraag aan de Hoge Raad voorgelegd

De Advocaat-Generaal redeneerde anders dan de Rechtbank en het Hof: de erfgenamen hebben betaald en daarom voldoen zij zelf aan artikel 6.40 van de wet IB, zodat zij de kosten van hun eigen IB kunnen aftrekken. Volgens de Advocaat-Generaal beperkt artikel 6.16 dit aftrekrecht in het geheel niet. De Hoge Raad bleek het eens te zijn met  de Advocaat –Generaal ( ECLI:NL:HR:2019:1905).

Het is de vraag of we hier blij mee moeten zijn

Het aftrekrecht gaat weliswaar naar de erfgenamen, maar wel naar evenredigheid.  Dat betekent dat bij iedere erfgenaam een deel van de kostenaftrek terechtkomt en dus bij iedere erfgenaam de eigen aftrekdrempel van toepassing is. Als er meer erfgenamen zijn, is het dus heel goed mogelijk dat de verdeelde kosten geheel of gedeeltelijk in het drempelbedrag van elk van hen terechtkomen. En daardoor vindt in feite geen aftrek plaats.

Deel dit bericht

Over de auteur